JOURNAL

Marktterrein wordt woonwijk maar blijft ook ‘Buik van Amsterdam’

juni 11, 2022

Marktterrein wordt woonwijk maar blijft ook ‘Buik van Amsterdam’

Het heet ook wel ‘de buik van Amsterdam’: vanaf het Food Center aan de Jan van Galenstraat wordt de stad al meer dan 90 jaar van voedsel voorzien. Het enorme terrein met tientallen bedrijfsgebouwen ligt hemelsbreed op hooguit 25 minuten lopen van de Dam, maar wie er niets te zoeken had, was er nooit welkom.

Dit artikel maakt deel uit van het boek KIJK!, over 25 jaar herbestemmen door BOEi.

Het Food Center was sinds de opening in 1934 altijd een groothandelsmarkt. Hier deden horecaffers, groenteboeren en bijvoorbeeld exploitanten van bedrijfskantines hun inkopen. Gewoon publiek kwam er niet. Dat gaat deels veranderen: over tien jaar woont hier een paar duizend mensen in een nieuwe wijk en zal er van alles te doen zijn op cultureel, circulair en culinair gebied. En de groothandelsmarkt in levensmiddelen blijft er gewoon óók.

Domein van professionals

Je kunt als restaurant je vlees natuurlijk laten bezorgen en bij de grossier bestellen, zegt Erik Fischer. “Maar als je een toprestaurant hebt en je bestelt 20 tournedos-tjes, dan wil je misschien toch graag zien hoe ze afgesneden worden.” De markthal is het domein van de professionals, benadrukt Fischer, die er jarenlang in levensmiddelen handelde en voorzitter is van de bedrijfsvereniging. “Hier zie je als inkoper het eerst allerlei nieuwe producten.” Waar een gewone sterveling één kropje sla koopt, gaan de groenten hier met kratten tegelijk de deur uit. Fischer: “De klanten van het Food Center werken voor een groot deel van de 6.000 horecazaken en 1.500 groente- en fruitwinkels in de stad.”

Floor Wibaut

De Centrale Markt opende hier in 1934, op initiatief van Amsterdams’ socialistische wethouder Floor Wibaut. Deze nieuwe markt verving de openluchtmarkt die tot dat moment aan de Marnixstraat, middenin een drukke woonwijk, plaats vond. Deze locatie was destijds de buitenrand van de stad en de handel in levensmiddelen kon hier hygiënischer en beter gecontroleerd plaatsvinden, was de achterliggende gedachte. Wibaut staat bekend als bestuurder – uit een welvarend ondernemersgeslacht – die de stad ‘leefbaarder en socialer’ wilde maken. Er werd een terrein van 28 hectare ingericht aan de Jan van Galenstraat: met insteekhavens voor de schuiten van de tuinders, pakhuizen, een koelhuis, een veilinghal én een overdekte Centrale Markthal met kantoren en opslagruimte voor de grossiers. “Elke grote stad had zo’n markt”, zegt Fischer.

Eind vorige eeuw ontrolde zich de discussie of deze plek, inmiddels weer middenin de stad terechtgekomen, wel geschikt was voor dergelijke grootschalige activiteiten. De Centrale Markthal zelf voldeed niet meer aan de actuele normen voor voedselveiligheid en de grossiers verhuisden naar andere gebouwen op het terrein. De insteekhavens waren al gedempt. Maar de markt zelf hoefde uiteindelijk niet naar een bedrijventerrein buiten de stad te verhuizen, zoals de gedachte even was. Erik Fischer: “Onderzoek toonde aan dat de markt een cruciale rol speelt in de voedselvoorziening voor de stad. We zijn blij dat we hier kunnen blijven.” Maar de ruimte die de grossiers nodig hebben is wel aan een update toe, zegt Fischer. Door de activiteiten slimmer te organiseren, kunnen er bovendien vierkante meters worden vrijgespeeld op het terrein. De gemeente Amsterdam zoekt natuurlijk altijd naar vierkante meters. Voor woningen, in de eerste plaats. En 1 plus 1 is 2. Er kwamen nieuwe plannen voor het gebied. Over tien jaar is hier een vernieuwd Food Center, staan er ongeveer 1.700 woningen en is er in de gerestaureerde en verduurzaamde Centrale Markthal uit 1934 altijd van alles te beleven. Fischer heeft er meer dan 20 jaar over gepraat en aan getrokken.

Marktkwartier

Het consortium Marktkwartier CV (VolkerWessels Vastgoed en Ballast Nedam Development) gaat het terrein nu herontwikkelen, nadat de in 2010 gestarte tender met BOEi gewonnen werd. De grossiers krijgen nieuwe duurzame gebouwen, er komt een school, een ‘groene marktweide’ en dus zo’n 1.700 woningen en appartementen. Mona Rademaker, namens Marktkwartier: “Het terrein wordt efficiënter ingedeeld, waardoor er ruimte vrij komt. Werknemers parkeren straks bijvoorbeeld op het dak in plaats van op maaiveld.” De logistiek op het terrein wordt veiliger en slimmer geregeld, zodat vrachtwagens van klanten en leveranciers elkaar niet in de weg zitten en de afvalinzameling wordt collectief geregeld. Het terrein krijgt ook twee fietsbruggen, zodat het niet meer een enclave, een ‘no go area’ is.

Scharnierpunt in de wijk

De Centrale Markthal (een rijksmonument) was altijd het drukke middelpunt van het terrein en wordt straks ook het scharnierpunt in deze nieuwe wijk, zegt Rademaker. Het consortium benaderde BOEi al in een vroeg stadium met het verzoek de restauratie, herbestemming en exploitatie van het immense gebouw op zich te nemen; dat was niets voor het Marktkwartier. In 2016 werd BOEi eigenaar, de restauratie ging begin 2021 van start. Op het dak ligt straks 2.500 vierkante meter zonnepanelen: het grootste energieleverende dak van de stad.
De Centrale Markthal moet een plek worden waar ‘culinair, creatief en circulair Amsterdam’ samenkomen. Er zijn plannen voor horeca, voor muziek, theater en film, voor evenementen. “Het wordt een mooie bonte mix”, verwacht ontwikkelingsmanager Jeroen Ketting van BOEi. Het gebouw zelf (gebouwd in de stijl van het zakelijke expressionisme) heeft ‘grandeur’, stelt BOEi. “Vorm, functie en schoonheid komen er samen. De doelmatige opzet is gecombineerd met prachtige verhoudingen in symmetrie, uniformiteit, ritmiek en herhaling. Voor die tijd moderne materialen als prefab beton en staal zijn gecombineerd met traditioneel metselwerk en ambachtelijke vormgeving.”

Keith Haring

Het terrein heeft nu al een bijzonder kunstwerk in de openbare ruimte. In 1986 bracht de Amerikaanse popart kunstenaar Keith Haring tijdens een bezoek aan de stad een muurschildering (12 bij 15 meter) aan op een voormalig koelhuis. Twee jaar later verdween de mural achter stalen damwandplaten, die het gebouw tegen vocht moesten beschermen. Inmiddels is het kunstwerk gerestaureerd. Een bijzondere toevoeging aan wat een nieuw en spannend stuk Amsterdam beloofd te worden én een nieuwe uitdaging voor BOEi.

Meer weten over ‘KIJK!, 25 jaar herbestemmen in Nederland’? Op onze website leest u meer over het boek en hoe u een exemplaar van dit bijzondere boek kunt bemachtigen.